Corsohistorie

Het bloemencorso van Valkenswaard heeft een rijke geschiedenis.
Hieronder een beknopt historieverhaal.

1944-1960

Op zondag 17 september 1944 wordt Valkenswaard als eerste Noord-Brabantse gemeente bevrijd van het juk van ruim vier jaar Duitse bezetting. Deze heuglijke gebeurtenis is voor de Valkenswaardse bevolking reden voor een jaarlijkse herdenking op 17 september. De eerste jaren door optochten waarin ook met bloemen versierde wagens meerijden. Maar al in 1947 is van deze bevrijdingsoptocht geen sprake meer en wordt met name op sportief vlak gepresteerd.
Rond 1950 is sprake van een eenvoudige viering van de bevrijdingsdag. Steeds terugkerende elementen zijn dan de kranslegging op het oorlogskerkhof aan de Luikerweg en een kioskconcert van UNA op de Markt. Maar het Valkenswaardse Oranjecomité, onder voorzitterschap van Frans van Best verantwoordelijk voor de viering van de bevrijding, wil in 1953 'de bevrijding meer demonstratief dan voorheen' vieren. Om dit te bereiken kiest het comité voor een bloemencorso.
Er zal een bloemencorso worden gehouden 'door de schoolgaande jeugd, desgewenst individueel of in groepen'. De uitbeelding is vrij, 'alleen bloemen moeten de hoofdzaak zijn'.
De belangstelling is groot, maar liefst 68 individuele deelnemers en 63 groepen melden zich aan, waaronder de oudste corsobuurtschap, toen nog buurtvereniging, Leenderweg.
De Valkenswaardse fabrieken geven vrijaf om de werknemers en hun gezinnen in staat te stellen deel te nemen aan het evenement. Op die donderdag 17 september 1953 wordt ook het oorlogsmonument onthuld dat momenteel op de kleine Markt staat. Meteen na de onthulling trekt het eerste Valkenswaardse corso langs het monument.
Het eerste Valkenswaardse bloemencorso 'van de jeugd' kende vele deelnemers en trok 'een grote en verdiende belangstelling'.
Ter gelegenheid van de tiende viering van de bevrijding van Valkenswaard wil het comité in 1954 een groots bloemencorso houden met niet alleen jeugdige deelnemers. Het corso van 1954 gaat daarom officieel de historie in als het eerste bloemencorso. Er is dus voor de bouwers volop keuzevrijheid, maar ze moeten wel zelf voor de bloemen zorgen.

Op bevrijdingsdag 17 september 1954 trekt het corso door de straten, nu voorafgegaan door harmonie UNA. Er doen weliswaar minder individuelen mee, maar het geheel is 'aanzienlijk beter verzorgd dan vorig jaar'. Vooral de groepen springen eruit. Daar nemen al meer buurtverenigingen deel, bijvoorbeeld DES, Eindhovenseweg Noord en Wilhelmina.
Het corso vervolgt in 1955 de ingeslagen weg. Er is steeds nog sprake van een 'open' inschrijving want tot eind augustus kan aanmelding plaatsvinden. Ook nu start het corso om vier uur in de namiddag van bevrijdingsdag. Opnieuw zijn er minder individuelen die deelnemen, terwijl het aantal buurtschappen stijgt.

In 1956 verschuift het corso van bevrijdingsdag naar de zaterdagmiddag erna. Zo hoeven de bouwers geen vrije middag meer op te nemen voor het corso. Omdat de bevrijding voortaan in mei wordt gevierd, bestaat er ook geen directe noodzaak meer om op bevrijdingsdag zelf rond te trekken. Het corso groeit jaarlijks waardoor het aantal thuisgekweekte bloemen niet langer meer voldoende is. Er komen nu ook bloemen uit Zundert. Het corso ontwikkelt zich tot een 'evenement, dat tot in de verre omgeving in de belangstelling staat'. De 39 deelnemers starten ditmaal in het Wilhelminapark, een locatie die nog vele jaren daarna als startplaats geldt.
Technisch gezien maakt het corso in deze jaren een sterke ontwikkeling door. De versierde karren maken plaats voor wagens. Maar deze zijn, gemeten naar de huidige maatstaven, nog beperkt van omvang en eenvoudig van ontwerp en uitvoering. De gebruikte corsobloemen zijn nu bijna allemaal dahlia's.
Vanaf 1957 zijn de praalwagens nog een dag te bewonderen op de Valkenswaardse Markt. Het jaar daarna wordt het corso verplaatst naar de nu zeer bekend in de oren klinkende tweede zondag in september. Een jaar later maakt het comité definitief een keuze in de richtingenstrijd tussen prik- of steekwerk (toefen), een keuze die uitvalt in het voordeel van het prikken.

1960-1980

In de periode tot 1962 legt het corsocomité een belangrijke basis voor de corsojaren daarna: met name door de oprichting van de corsobuurtschappen. In 1963 zijn alle zeventien praalwagens gebouwd door buurtschappen. De structuur van buurtschappen biedt goede mogelijkheden tot het opbouwen en vasthouden van de voor het corso benodigde kennis en ervaring. Ook ontstaat door de buurtschappen consistentie in en betrokkenheid bij het bloemencorso, belangrijke bouwstenen voor het corso'gevoel'.

In 1960 komt er opnieuw een belangrijke wijziging in het Valkenswaardse corso met het afsluiten van het parcours en de heffing van entreegeld.
In 1962 kunnen de toeschouwers het grootste aantal praalwagens bewonderen in de corsohistorie. Maar liefst twintig stuks trekken er dan voorbij, met een gemiddelde lengte van zo'n acht meter en elk getooid met ongeveer 40.000 dahlia's, acht keer zoveel dan zes jaar eerder!
De 'priknacht' is dé nacht van Valkenswaard. De nacht waarin prikkers vechten tegen tijd én slaap.
De nieuwe tijd leidt ook tot nieuwe vormen. De vernieuwing in de vormen komt ook omdat rond 1970 professionele ontwerpers de buurtschappen desgewenst voorzien van een ontwerp.
Gaandeweg worden de onderwerpen abstracter en bieden daardoor meer ruimte voor verbeelding en fantasie, van bouwer én toeschouwer. Maar ook trekken buurtschappen 'eigen' ontwerpers aan.
Op 1 augustus 1973 komt de stichting Bloemencorso Valkenswaard tot stand. Het doel van de stichting is de jaarlijkse organisatie van een bloemencorso in Valkenswaard.

In het midden van de jaren zestig bereikt dat grote corso een nieuwe mijlpaal met meer dan één miljoen op de praalwagens geprikte dahlia's. Het hart van het corso is natuurlijk de dahlia, de pompon. In de beginjaren werden de bloemen thuis gekweekt en bij een tekort aan bloemen werd er eens rond gekeken, bijvoorbeeld bij familie. De steeds grotere praalwagens zorgen ervoor dat het van jaar tot  jaar moeilijker wordt om voldoende bloemen ter beschikking te krijgen.
Daarna volgen enkele verschillende locaties en vanaf begin jaren zeventig kan grond worden gehuurd aan de Goorkes. Hier ontstaat een dahliaveld van uiteindelijk ruim drie hectare. Gaandeweg concentreert het corso op deze plaats de hele dahliakweek.
Omdat de eigen kweek onvoldoende oplevert voor het eigen corso, bestaat er van oudsher een uitwisseling met andere corsogemeenten.
De dahlia is een vaste bloem die na het plukken gemakkelijk nog enkele dagen 'goed' blijft.
In het Valkenswaardse bloemencorso is de dahlia eigenlijk alleen maar nodig voor de kleur, een functionele decoratie. De dahlia's komen immers als een dicht tapijt op de wagens. Daarom wordt met de 'pompon' het strakste resultaat bereikt.

In de jaren 70 worden de vormen sierlijker, stijgt de aandacht voor de achterkant van de wagens en komt begin jaren tachtig een ontwikkeling op gang naar dynamische en ruimtelijke wagens. Het aantal benodigde dahlia's stijgt jaarlijks, zodat er rond 1980 gemiddeld zo'n 100.000 bloemen op een wagen prijken.
Vanaf 1974 komen er extra activiteiten die bezoekers langer in Valkenswaard kunnen houden, maar hierdoor raken ook wellicht nieuwe groepen bezoekers geïnteresseerd. Er is een muziekshow op de Markt, winkels zijn tot 's avonds open en er is een vuurwerk bij het Oude Kerkhof. In de jaren daarna breiden de activiteiten zich uit met een dahliatentoonstelling, een sierkunstexpositie en later een IVN-natuurwandeling.

1980-2000

Aan het begin van de jaren 80 wordt duidelijk dat nevenactiviteiten niet meer kunnen ontbreken. De speciaal daarvoor opgerichte commissie ARC (Activiteiten Rond het Corso) zorgt onder het motto 'Poppen aan het dansen' voor een nevenprogramma. Het nevenprogramma moet van het corso een 'dagje Valkenswaard' maken. Er is een poppenmarkt, kinderplein, jeugdige corsobezoekers krijgen ballonnen en leden van de gezamenlijke toneelverenigingen zijn als poppen op het parcours te vinden.
Het Gele Rijersplein is gereserveerd voor muziek en dans. De 'Kindertruuk' wordt een begrip bij deze jeugdige doelgroep. Zeker in jaren met goed weer zorgen de nevenactiviteiten voor een gezellige sfeer rondom het corso.
Een belangrijke episode van het corso speelt zich af in 1989, namelijk de overgang naar een nieuw parcours. Het corso kent de eerste jaren een steeds wisselend parcours. In 1960 trekt het voor het eerst in de omgeving van het Wilhelminapark, een parcours dat vervolgens bijna dertig jaar het decor van het corso vormt: Reisvennestraat, Maastrichterweg, Peperstraat.
Het bloemencorso komt later door de steeds grotere omvang van de wagens in de nauwe straten van het parcours letterlijk steeds meer klem te zitten. Vanaf 1989 trekt de corsostoet voortaan vanaf het Kloosterplein via de Maastrichterweg en de Eindhovenseweg naar de Valkenierstraat en vervolgens via de Frans van Beststraat, Leenderweg en Bakker- en Peperstraat weer naar de Markt.

In 1989 krijgt het corso een welverdiend monument in de vorm van een, hoe kan het ook anders, dahlia. 1989 is ook het jaar dat een 'monument' terugtreedt. Ad Lemmens, hét gezicht van het Valkenswaardse bloemencorso, neemt afscheid als voorzitter van het stichtingsbestuur.

In 1986 zijn de wagens gemiddeld al twaalf meter lang en vergen elk tussen de 100 en 150.000 dahlia's. De magische grens van drie miljoen verwerkte dahlia’s wordt in 1993 voor het eerst overschreden. Verschillende wagens zijn getooid met meer dan 240.000 dahlia's. De almaar uitdijende wagens stellen de bouwers voor steeds grotere technische uitdagingen. Vandaar dat midden jaren tachtig de Technische Commissie ontstaat.
De gebruikte materialen wijzigen in de loop der jaren. In het begin zijn hout, stro en zachtboard favoriet. Maar al snel gaan de bouwers over op gaas dat speelsere vormen mogelijk maakt. Later komt betonijzer sterk op als basis-materiaal. Het daarop aangebrachte gaas blijft, beplakt met vele lagen kranten of karton, door de jaren heen een favoriete ondergrond. Ook andere materialen als piepschuim en papier-maché worden in voorkomende gevallen gebruikt.
Met behulp van vele honderden kilo's naalden brengen de prikkers vervolgens de dahlia's daarop aan. Het opprikken van de dahlia's is de 'finishing touch' van de wagenbouw.
De bouwtijd die in het begin een kwestie is van dagen of een enkele week, loopt gelijk op met de toegenomen omvang van de wagens. In het midden van de jaren zeventig duurt het bouwen twee maanden, maar later verschijnen al voor de zomervakantie de bekende blauwe en groene bouwtenten in het Valkenswaardse straatbeeld.
De steeds voortgaande technische vernieuwing resulteert in grote indrukwekkende praalwagens. Maar de grenzen komen in zicht en het besef ontstaat dat vernieuwing op een ander vlak verder inhoud moet worden gegeven.

Een verandering die in de jaren 90 onder voorzitter Michiel Mostermans tot stand komt, is de instelling van redelijk zelfstandige commissies die elk een deel van het vele corsowerk op de schouders nemen. Zij nemen het corsobestuur veel werk uit handen en zo ontstaat een 'bottom-up' organisatiestructuur en meer betrokkenheid. Maar ook een stijgende behoefte aan coördinatie.
Een bijzonder corso vindt plaats in 1994. In dat jaar is het immers precies vijftig jaar geleden dat Valkenswaard werd bevrijd. Dit is voor de gemeente Valkenswaard reden voor een feestweek met als opening het bloemencorso. Vandaar het verzoek van de gemeente het corso 1994 thematisch in te richten. Het corsobestuur honoreert dit verzoek en stelt als thema 'Verhalen van vrijheid' vast. Het wordt een bijzonder bloemencorso.

Omdat het thematische karakter velen blijkt aan te spreken, krijgt het corso vanaf 1994 elk jaar een thema. Dit wordt wel altijd zo 'breed' mogelijk gehouden, om de artistieke vrijheid van de ontwerpers niet al te zeer te beknotten. Door het thema krijgt de corsostoet meer eenheid, zonder dat de diversiteit van de wagens er onder lijdt.
In de daarop volgende jaren krijgt de ingezette vernieuwing van het corso verder gestalte.
Zo wordt het theatrale aspect in de stoet van praalwagens tot ontwikkeling gebracht.
Er breekt halverwege de jaren negentig een periode aan waarin de nadruk komt te liggen op de vormgeving en de aantrekkelijkheid van het corso als geheel. Het 'theatrale' van de parade komt met name tot uiting in beweging op en rond de wagen, en het krijgen van contact met het publiek, figuratie dus. Verder zorgen niet alleen muziek- maar ook majorettekorpsen uit binnen- en buitenland voor vermaak.
Het corso van 1995 is het eerste uit een reeks waarin figuratie duidelijk terug is in de stoet. Figuratie niet alleen op, maar met name ook rond de wagen. En dat is duidelijk nieuw. Het corso krijgt daardoor meer dynamiek en er ontstaat interactie met het publiek.
Het corso heeft zich ontwikkeld tot 'een spannend spektakel van dahlia's, techniek, toneel en muziek: een rijdend openluchttheater'. Er wordt meer dan één prijs ingesteld, waardoor de buurtschappen zich kunnen richten op het hun meest passende aspect.
Nieuw is ook de jaarlijkse D-day, Dahlia-dag. Deze dag, voor het eerst in het najaar van 1997 gehouden, dient als aftrap voor het nieuwe corsoseizoen.

2000-2022

Na het corso van 2002 neemt Jos van Leeuwen het voorzitterschap over van Hans de Best, die echter wel als vice-voorzitter betrokken blijft.
In 2003 bestaat het corso ook 50 jaar en dit wordt onder meer gevierd met een jubileumboek en een tentoonstelling. Het thema van het corso is 'Hits door Kids'. Kinderen ontwerpen dit jaar mede de wagens. Het wordt een bijzonder corso met verrassende ontwerpen.
Het Bloemencorso Valkenswaard ontwikkelt zich verder door naar een dagje uit voor het gehele gezin.

De buurtschappen hebben ondertussen de Dahliaparade gemaakt tot een rijdend theater met vele momenten van kleurrijk kijk – en luistergenot. Figuranten en muziek vormen één geheel met de wagen en zo rijden er geen 14 wagens meer mee in de parade maar 14 presentaties.
De Regiecommissie begeleidt en adviseert niet enkel de buurtschappen maar ook het bestuur. Samen wordt gewerkt naar een professionele uitstraling van het corso.
Het toepassen van de techniek wordt praktisch vertaald in technische hoogstandjes.
Bloemencorso Valkenswaard pakt ook uit met theater rond en om het parcours, vele kinderactiviteiten, een corsomarkt en veel muziek op diverse hoeken, pleintjes en terrassen.

Mooie thema’s volgen in de jaren daarna. Zo staat in 2007 de zanger Gerard van Maasakkers centraal  en worden zijn liederen Gerard vertaald in Bloemencorsowagens. In 2008 lijkt Valkenswaard omgebouwd tot een groot rijdend circus. Circus Renz levert een fantastische bijdrage aan de parade.
De prijsuitreiking, voorheen op het bordes van het raadhuis, vindt vanaf 2009 in de Frans van Beststraat (Statie) plaats.
In 2010 laat het publiek het echter afweten; een regenbui, die op de zaterdag al is begonnen en tijdens de optocht aanzwelt tot een ware wolkbreuk, zorgt ervoor dat het Bloemencorso in het water valt. Het bloemencorso dient extra inspanningen te doen in 2010 en 2011 om weer een financieel gezonde organisatie te worden.
Na Corso 2011 neemt Chantal Vermeulen de voorzittershamer over. 'Schuif maar aan!' is het thema van het Bloemencorso in 2012. De buurtschappen laten zich inspireren door veertien topkoks die zijn aangesloten bij Alliance Gastronomique.
Het volgende jaar is een jubileumeditie: het bloemencorso bestaat 60 jaar. Bij de aanvang van de optocht wordt een nieuw logo onthuld waarin de veertien buurtschappen met elk een eigen kleur zijn vertegenwoordigd. Het Corso wordt voor het eerst live uitgezonden door Omroep Brabant TV.
In dit jubileumjaar werd het bloemencorso erkend als Nationaal Immaterieel Erfgoed.
In 2014 wordt de bevrijding van Valkenswaard tijdens het Corso herdacht met het thema "Los". Een gevarieerd Corso trekt aan een groot publiek voorbij. Naast het corso, vinden er tal van andere activiteiten plaats van zaterdag tot en met woensdag, die dit jaar voornamelijk te maken hebben met de viering van de 70 jarige bevrijding.
Tot 1966 was er een corso voor de jeugd, welke voor de grote wagens uitreed. In 2016 wordt er opnieuw het initiatief genomen voor een jeugdcorso. Dit bleek zeer geslaagd, waarna dit weer een vast onderdeel werd van het bloemencorso. De groepen bouwen onder de vlag van de buurtschappen. Een mooie toevoeging aan het corso.
Na het corso van 2018 neemt Gabriëlla Buijs het voorzitterschap over van de Stichting Bloemencorso.
In 2020 slaat het Coronavirus toe waardoor het openbare leven wordt lam gelegd. Het corso kan, net als tal van andere evenementen, niet doorgaan. Een grote tegenvaller voor iedereen die het corso een warm hart toedraagt. Wel worden er door de buurtschappen bescheiden corso-objecten gemaakt welke op de corsodag tentoon worden gesteld op het marktplein.
Intussen wordt in het najaar van 2020 een grote mijlpaal bereikt: De Corsocultuur en Corso Valkenswaard worden erkend als Internationaal Immateriaal Erfgoed van de Mensheid van Unesco.

Het volgende jaar woedt het coronavirus nog maar kan er wel wat meer. Besloten wordt om, binnen de regels grotere objecten te bouwen en deze verspreid over het centrum te plaatsen. De bezoekers kunnen zo op een aangepaste wijze al rondwandelend toch genieten van een corso. Om een grotere spreiding van de bezoekers te hebben zijn de objecten zowel op zaterdag als zondag te bewonderen.
Het blijkt, mede door de gratis entree en het mooie weer een groot succes.
Hierop voortbordurend wordt daarom, wanneer de beperkingen van corona zijn verdwenen, het corso in 2022 over een andere boeg gegooid. Het corso wordt onderdeel van het Corso & Cultuur Festival met tal van activiteiten verspreid over het hele weekend, waaraan ook theater De Hofnar deelneemt.
De buurtschappen brengen kleinere wagens waarbij ze ook een object toevoegen, er wordt nog maar één keer rondgetrokken en de wagens starten vanaf één bepaald punt op het parcours. Ook komt er gratis entree. Daarnaast kunnen ook andere organisaties deelnemen met een object.
Het wordt een drukke en gezellige corsodag. Vol vertrouwen gaat Corso Valkenswaard de toekomst tegemoet!

 

> Enkele wetenswaardigheden over het Bloemencorso